Ierse moed

Op 27 november van dit jaar legde de Irish National Party (An Páirtí Náisiúnta) een verklaring af ter verdediging van de Ierse nationaliteit, tegen de oncontroleerbare massale toestroom van buitenlanders. De verklaring hekelt het “verachtelijke, opgekochte politieke establishment” dat een beleid van open grenzen voert en de Ieren stapsgewijs tot een minderheid in hun eigen land maakt. De verklaring drukt de bezorgdheid uit van de Nationale Partij over de toekomst van de Ierse identiteit en het voortbestaan van het Ierse volk. Het vestigt de aandacht van de luisteraar op de desastreuze gevolgen die grote aantallen buitenlanders veroorzaken op het gebied van huisvesting, werkgelegenheid, onderwijs en medische zorg. Het veroordeelt deze aanhoudende zondvloed, die duidelijk wordt aangemoedigd en gepromoot door de verraderlijke elites. Een groot deel van de verklaring is gewijd aan de toenemende misdaad als gevolg van de toestroom van buitenlanders.

Zover, zo goed. De Ieren hebben, net als elke andere nationaliteit, het recht zichzelf te beschermen tegen de toestroom van buitenlanders. Als de mensenrechten die bij elke gelegenheid worden aangehaald, met de ernst moeten worden beschouwd die ze verdienen, dan moet worden voorkomen dat elke nationale gemeenschap wordt verwaterd door een enorme vermenging met buitenlanders.

Ook de buitenlanders, de vreemdelingen, de immigranten – noem maar op – moeten zich met de nodige terughoudendheid gedragen. Ze zouden zeker niet graag zien dat hun eigen oorsprongsland zo verandert door massa-immigratie; ongetwijfeld zouden ze het niet leuk vinden om buitenlanders te huisvesten en voor hen te zorgen; Het valt niet te ontkennen dat ze er niet blij mee zouden zijn een minderheid te worden in hun eigen land. Waarom brengen ze die ramp dan anderen toe? 

Omdat er niet zoiets bestaat als mensenrechten: we hebben alleen het recht van de sterken over de zwakken, en het recht van de sluwe over de zachtmoedigen. Omdat de westerse regeringen immigratie naar hun eigen land blijven bevorderen, omdat ze de dagelijkse toestroom van buitenlanders tolereren en volledig voor hen blijven zorgen, profiteren de andere etniciteiten er eenvoudigweg van. Ze moeten de westerse landen dan ook wel zien in termen van – vergeef het woord – sukkels.

Desondanks zouden de buitenlanders, als ze ‘eerbare’ mensen waren, zich niet aan andere etniciteiten opdringen. Ze weten heel goed dat ze niet welkom zijn bij het gewone volk, ze weten heel goed dat ze alleen van het vet van het land leven, omdat de verraderlijke elites van de westerse landen het juist vinden om hun eigen volk uit te buiten en de geproduceerde rijkdom te herverdelen aan immigranten. Helaas bestaan er, zoals hierboven gezegd de mensenrechten niet echt: als de mens de kans krijgt om te moorden en er mee zou wegkomen, zal hij ook moorden plegen.

Met alle medeleven en begrip onthult de verklaring van de Nationale Partij meer dan er staat. Bij de bespreking van de gevolgen van de toestroom van buitenlanders wordt slechts één etniciteit genoemd – drie keer – en dat zijn Oekraïners. Het is moeilijk te geloven dat de Nationale Partij zo ontsteld is over de komst van Oekraïners. Oekraïners zijn blank, Europees, (post-)christelijk en hebben – net als alle Slaven – een diep minderwaardigheidscomplex ten opzichte van het Westen en alles wat westers is, dus dit complex zal hen ertoe aanzetten hun uiterste best te doen om zich te assimileren en te integreren met de Ierse natie. Het is duidelijk dat het niet de Oekraïners zijn wiens aanwezigheid in Ierland door de Nationale Partij kwalijk wordt genomen: het zijn de Derdewerelders die niet welkom zijn, en terecht. Waarom worden ze dan niet vermeld in de verklaring van de Nationale Partij?

De Ierse patriotten hebben slechts zoveel moed dat ze met de vinger naar andere Europeanen kunnen wijzen.



Menu
More